Nederlands - English

tot 1998

De ontwikkeling in mijn werk heeft zich vooral via de beeldtaal voltrokken. Het beeldende was en is nog steeds het pad waaruit de inhoud voortkomt  en daarmee  de dramatiek in de brede betekenis van dit woord. Een veranderde werkwijze  en wisseling van materiaal begeleidde dit proces, zoals o.a. gebruik van losse vlakken en doorzichtig doek, waarbij de beeldende inhoud naar de volgende fase werd meegenomen.

Allereerst was er de uitdaging voor mij om in landschappen, figuren en stillevens de verf voelbaar en laag over laag op te brengen. Uit deze verfstreken, zichtbaar over elkaar opgebracht met spatels en kwasten, ontwikkelden zich willekeurige en op zichzelf staande vlakken.
De verf werd  van dekkend, geheel transparant, kleur en figuratie werden ondergeschikt. Het verhalende met zijn directe betekenis werd ondergeschikt en abstractie nam de overhand.

 


Streken en vlekvlakken 1998

De streken werden ook als losse vlakken gepresenteerd door ze eerst op een drager te schilderen, waarvan ze verwijderd konden worden. Hiermee werd de zelfstandigheid van het vlak of de vorm benadrukt. Dit is als concept bepalend geworden voor mijn verdere ontwikkeling.  De voorbode voor de animaties, waarmee ik me op dit moment bezig houd. Deze losse vlakken ben ik gaan toepassen in blind- en in grafietdrukken en ook in mijn plastica’s.

 

 

 

 

 

 

Plasticas  2002 --

De naam plastica is een verwijzing naar ‘vervormbaar’ en ‘van kunststof’. De doeken zijn kunststof vellen, waarop eerst lichtgekleurde en later geheel blanke verf wordt aangebracht.
Met behulp van een vacuümtafel, warmte en mallen, wordt aan deze doeken reliëf toegevoegd. Deze  a-chromatische doeken geven door lichtbreking, reflectie en schaduwwerking een ruimtelijke metafysische  beleving.
Deze plastica’s presenteerde ik met bewegend licht waardoor de licht- en schaduwvlakken zichtbaar in beweging kwamen tegen hun achtergrond. De beweging, de losse willekeurige vlakken en het geheel of bijna geheel ontbreken van  kleur, zijn de belangrijkste beeldende middelen geworden voor de animaties. Zo ging mijn schilderspalet met verf en kwast over naar “een digitaal palet “

 

 

 

Blind-- en grafietdrukken 2002 --

Naast plastica’s heb ik blind- en grafietdrukken en een combinatie van beide gemaakt. De licht/schaduwwerking van het reliëf in wit papier en de grijstint van het grafiet geven aan deze mono-prints een expressie vergelijkbaar met de plastica’s.

 

 

 

 

 

 

 

2 M-m-m  transforms  3-D Animaties  2005 –

Met 3-D programma’s, animeer ik elementaire vormen naar willekeurige, organische vormen. Beeldende elementen, zoals transparantie, gelaagdheid en licht geven aan de animaties een bijzondere expressie. De animaties duren gemiddeld drie tot vier minuten. Verstilde beelden wisselen zich af met trage en snellere bewegingen. De vormen komen op uit een punt of uit een matrix, bewegen daarbinnen en gaan over naar een willekeurige ordening. Matrix wil zeggen, oorsprong, ordening zonder hiërarchie. De vlakken en volumes zijn vooral in grijstinten, die variëren van zeer licht naar donker, vaak gezien vanuit een frontaal standpunt.

De animaties geven een ervaring van voortdurende verandering. Ze roepen verschillende sferen op. Nu eens de sfeer van ruimte, dan weer de sfeer van groei of microstructuur. De serie van 10 animaties heeft de werktitel: M-m-m transforms. Het gaat over onze meso- of middenentiteit in relatie tot micro- en macrowerelden. Het is een verbeelding, die de kracht van reflectie en verwondering oproept, voeding geeft aan ons levensgevoel, onze gedachten en gevoelens activeert. Eigenzinnige beelden op het grensvlak van het materiële en het immateriële, van wetenschap en spiritualiteit. Animaties, die zich niet op sentimenten of psychologische associaties richten, maar waarbij de kijker op zoek gaat. Door de beweging van beelden, die 3D-animatie biedt, wil ik als vervolg op de M-m-m transforms aan de hand van choreografieën  betekenis geven aan overgangen en processen.  

Het geluid bij de animaties is met midi, een digitaal noten-notatieprogramma, gemaakt. Uitgangspunt was hierbij niet het synchronisch zijn van beeld en geluid. Wel moet het de ruimte om het beeld “vullen” en vandaar uit  kan het wel of niet samengaan met de veranderingen en bewegingen.

Willem willemse 2006